De genetische analyse van het apenpokkenvirus wijst erop dat het virus zijn wortels heeft in een uitbraak in Nigeria, in 2017. ‘Er is een tijdje van alles onder de radar gebeurd.’
De uitbraak van de apenpokken blijft maar groter en groter worden. Wereldwijd zijn er al ruim 1.200 bevestigde gevallen. Hoe het virus ineens internationaal een hoge vlucht heeft kunnen nemen, blijft vragen oproepen. Stilaan komt wel meer duidelijkheid over de oorsprong van de uitbraak.
Uit genetische analyses van het apenpokkenvirus blijkt dat de huidige uitbraak haar wortels heeft in een uitbraak die vijf jaar geleden in Nigeria werd opgepikt. Twee (achter)kleinkinderen van de virusstreng die vijf jaar geleden mensen ziek maakte in Nigeria, teisteren nu de rest van de wereld.
‘We moeten er rekening mee houden dat de besmettingsketting tussen mensen sinds die uitbraak in Nigeria niet is gestopt’, zegt Philippe Selhorst, die als moleculair viroloog aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde werkt en die het virale genoom van de eerste Belgische patiënt van deze apenpokkenuitbraak heeft geanalyseerd.
Tot dusver dachten onderzoekers dat elke nieuwe uitbraak van apenpokken veroorzaakt werd door een nieuwe sprong van het virus van dier naar mens en dat de daaropvolgende uitbraak onder mensen telkens weer vanzelf uitdoofde. De genetische analyse van het apenpokkenvirus wijst erop dat we daar niet langer zeker van mogen zijn.
Mogelijk heeft het virus zich vanaf 2017 vanuit Nigeria in andere Afrikaanse landen verspreid. Zo werd in de VS al vorig jaar én dit jaar bij besmette reizigers een bepaalde virusstreng gevonden die een achterneef is van de apenpokkenstreng die nu wereldwijd rondgaat. Van die reizigers die in Amerika onderzocht werden, was niet iedereen in Nigeria geweest, wel in andere Afrikaanse landen. ‘Er is dus duidelijk al een tijdje van alles onder de radar aan het gebeuren’, zegt Selhorst.
Lees het volledige artikel hier.
Bron: Eckert M. (2022, 9 juni). ‘Apenpokken lijken al jaren een sluimerend bestaan te leiden’, De Standaard. Geraadpleegd van www.standaard.be/cnt/dmf20220609_96441151.