Wie wil weten in welke dieren zich het virus schuilhoudt dat de volgende pandemie zal veroorzaken, moet over de schouder kijken van professor Sophie Gryseels. ‘Voor de ebola-uitbraak van 2014 dacht ik dat elke ziekte die overspringt van dier op mens zeer snel ingedijkt kon worden. Nu niet meer.’
Sophie Gryseels (36) is virusjager. In Congo lokte de professor evolutionaire virologie (UAntwerpen) knaagdieren en vleermuizen in vallen om te achterhalen waar het ebolavirus zich schuilhoudt. In Tanzania spoorde ze bij knaagdieren arenavirussen op. In de Antwerpse riolen testte ze ratten op sars-CoV-2. En ze puzzelde de genetische code samen van het hiv-genoom dat werd gevonden in een staal uit 1966, een biopsie die in een Congolese collectie bewaard werd.
Ook het apenpokkenvirus is voor Gryseels geen onbekende. Een jaar geleden meldde ze dat ze samen met collega’s het virus gevonden had in een eekhoorn, spitsmuis en rat. Dat de apenpokken Europa hebben bereikt, verbaast haar niet. ‘Maar ik schrok ervan dat de tweede cluster van patiënten in Engeland geen enkele link bleek te hebben met de eerste cluster. Dat betekent dat het virus zich hier ongemerkt verspreidt. Dat zagen we niet in Afrika.’
In Afrika worden de uitbraken toch ook alsmaar groter?
‘Klopt. In het begin trof het vooral kinderen en jongeren, omdat zij niet meer gevaccineerd zijn tegen de pokken. Met de tijd schoof de leeftijd alsmaar op. Ook het gebied waar het aangetroffen wordt, breidt uit. Maar de links tussen besmette mensen – toch als ze werden onderzocht – waren wel duidelijk. De gevallen waren meestal terug te brengen tot één sprong van het virus van dier op mens. De besmettelingen woonden bijvoorbeeld in hetzelfde dorp.’
Nu zitten de apenpokken plots overal. Een blijver?
‘Het virus heeft zeker het potentieel om zich hier te blijven verspreiden. Al is er ook nog een kans dat het ingedijkt wordt. Het zou ook kunnen dat de apenpokken hier, in Europa, een dierlijk reservoir vinden. Dat betekent dat het hier blijft circuleren in die dieren en telkens kan overspringen op de mens. Dan kun je het virus nog moeilijk controleren.’
Welke dieren zouden dat kunnen zijn?
‘Vijftig jaar geleden hebben onderzoekers knaagdieren proberen te infecteren met de apenpokken. Cavia’s bleken niet zo vatbaar, maar konijnen net heel sterk. In theorie zou het zo kunnen gaan: mensen die konijnen houden, besmetten hun dieren. Die konijnen komen in de tuin in contact met wilde konijnen. Zo verspreidt het virus zich onder wilde dieren.’
Lees het volledige artikel hier.
Bron: Eckert M., De Smet D. (2022, 4 juni). ‘Er zullen nog meer virussen overspringen van dier op mens’, De Standaard. Geraadpleegd van https://www.standaard.be/cnt/dmf20220603_97694494.